Archive for Betty van Hunnik-Branderhorst

Zonnebrand vernietigt koraal

Zonnebrand vernietigt koraal.

Verbranding, huidkanker, vroegtijdige veroudering. De zon is fijn op je huid, maar kan ook heel gevaarlijk zijn. Het advies is dan ook: smeren! Bij de meeste duikers zit standaard een zonnebrandmiddel in de tas. Voor de duik even goed smeren, anders verbrand je op de boot. Of tijdens de oppervlakte-interval. Je beschermt jezelf, maar het koraal daarentegen gaat eraan onderdoor. Dit blijkt uit recent onderzoek.

Tekst: Carlo Vreugde Foto: René Lipmann

Koraal is van ecologisch belang voor de oceanen. Koraalriffen bedekken minder dan 1% van de zeebodem, maar daar leven naar schatting bijna één miljoen vissoorten, ongewervelden en algen. Veel zonnebrandmiddelen breken niet af in de natuur. Sommige bevatten zelfs petroleum. Het is al langer bekend dat zonnebrandproducten negatieve effecten hebben op het koraal. Nu is door Dr. Craig Downs van het Haereticus Environmental Laboratory (Clifford, USA) aangetoond dat oxybenzone een zeer schadelijke invloed heeft op koraal. Dit ingrediënt is wereldwijd in vele zonnecrèmes en cosmetische producten verwerkt. Het is een chemisch middel dat de huid beschermt tegen UV-straling. De huid absorbeert de oxybenzone en scheidt het uit via urine.  Maar dit ingrediënt doet iets heel anders met koraal: het leidt tot coral bleaching, oftewel verbleking van het koraal wat uiteindelijk sterft. Daarnaast tast oxybenzone het DNA van koralen aan waardoor ze zich niet meer kunnen reproduceren. Bij koraallarven is het niet beter: ze raken ontregeld en omsluiten zichzelf met hun eigen skelet. Ze raken misvormd, waardoor bijvoorbeeld hun mond tot vijf keer zo groot wordt en ze geen eten meer kunnen vangen. Op dit moment is er nog geen definitief wetenschappelijk bewijs wat oxybenzone aanricht op de mens. Bij dieren is er wel een verstoring in de hormoonhuishouding geconstateerd.

14 miljoen liter crème

Zonnebrandmiddel lost op in de oceaan dus je ziet er vrij weinig van. In een buitenzwembad is dat wel anders: je hebt vast weleens gezien dat de blauwe tegeltjes bijna zwart waren van de viezigheid. De grootste veroorzaker? Zonnecrème! In de oceaan lost naar schatting 4 tot 6000 ton zonnebrandmiddel op. In 2015 is dit bijgesteld naar 14.000 ton oftewel 14 miljoen liter crème. Betekent het nu dat we als duiker maar helemaal niet meer moeten smeren? Aan de ene kant willen we onze huid beschermen, maar aan de andere kant ook niet de koraalriffen aantasten. In de VS is al een speciale brochure uitgebracht over zonnebrandmiddelen en de gezondheid van de oceaan. Het advies: gebruik crèmes waarin titaniumdioxide zit. Dit is een natuurlijk mineraal en tot op heden is geconstateerd dat dit geen schadelijke invloed heeft op het rif. Wil je liever helemaal niet meer smeren, dan is lange kleding of een rash guard met een hoge beschermingsfactor een goed alternatief.

Menno Gaastra, Duikmedisch arts en dermatoloog

«In Nederland alleen al krijgt 1 op de 5 mensen een vorm van huidkanker»

Al langer is bekend dat onze dagelijkse verzorgingsproducten als shampoo, zeep en tandpasta zorgen voor een constante belasting op het milieu. Via zogenaamde nanodeeltjes (kleine microscopische chemische deeltjes) komen deze producten meetbaar in het water terecht. We kennen als duiker allemaal de plastic soep. Door de nimmer aflatende inzet van onder andere Dos Winkel en zijn Sea First Foundation weten we welke desastreuze gevolgen dit heeft voor het leven in de zee. En dus op onze hele planeet. Deze nanodeeltjes zijn een fijnere variant hierop. Doordat het onzichtbaar is met het blote oog is er lange tijd minder aandacht voor geweest. Dit is gelukkig aan het veranderen. In deze groeiende aandacht worden ook steeds meer veel gebruikte stoffen onder de loep genomen. Oxybenzone (benzophenone-3)  is zo’n stof. Wereldwijd wordt dit veel gebruikt als bescherming tegen UV-straling. Dat is natuurlijk van belang want in Nederland alleen al krijgt 1 op de 5 mensen een vorm van huidkanker. Er zijn overigens voldoende alternatieven op de markt die ook deze werking hebben. Van oxybenzone is nu aangetoond dat het een vernietigend effect heeft op met name jonge koralen. Deze populatie is zeer belangrijk als je bedenkt dat in het Caribisch gebied al bijna 80% van de originele koralen is verdwenen.

Met deze wetenschap is het goed producten te mijden die deze stof als ingrediënt hebben. Sinds een aantal jaren is er al een zonnebrand op de markt dat geen oxybenzone gebruikt. Dit heet Sôvée van de firma Aethic, en is online te verkrijgen. Ook de zonnebrandmiddelen van het merk Eucerin bevatten geen oxybenzone. Dit merk is alleen bij de apotheek te koop. Over de vraag of zonnebrandmiddelen ook schadelijk zijn voor de mens, heeft de Amerikaanse dermatologievereniging een verklaring gegeven dat het allemaal wel meevalt. Maar ik kan mij hier toch niet geheel in vinden. Mijn advies is zonnebrandmiddelen en andere verzorgingsproducten met UV-bescherming te gaan gebruiken waar geen oxybenzone in zit.

Duikmagazine augustus 2017

Haaien special

  • Topspots haaien – Acht haaien die je minimaal één keer in je leven gezien moet hebben!
  • De haaiencrisis op Réunion
  • Haaien fotograferen – National Geographic onderwaterfotograaf Nuno Sá vertelt zijn geheim
  • Biologie – Op zoek naar de kraamkamer van de haaien
  • De Beldert – Speuren naar steuren
  • Noordzee – Borkumse Stenen
  • Zeeland – Geersdijk
  • Duikcomputers – 6x getest
  • Actueel – olie op Bonaire
  • Octopussen – Uitzonderlijke dieren
  • Medisch – Vochthuishouding & pakplassen
  • Wrakken – Titanics tragische tweelingzus: Britannic

Dat, en nog veel meer in het augustusnummer! De koffie staat klaar………. 😉

Octopus divers en Aqua Love

Enkele Octopus divers (Martijn, Thierry, Jeanette, René, Jenny, Ed en Betty) zijn 8 en 9 juli naar Duitsland geweest om daar duiken te gaan maken in het Speicherbecken, Dankern en de Spieksee. We logeerden in de B&B van Peter en Ineke -Aqua Love- die ons heel gastvrij onthaalden. ’s Avonds werden we getrakteerd op een overheerlijk diner en het ontbijt was ook super!

De eerste dag hebben we 2 duiken gemaakt in het Speicherbecken (Geest). Een kunstmatig aangelegde recreatieplas, duiken is alleen toegestaan in de noordwestbocht. Deze plas is ook zeer geschikt voor beginners. Veel grote vissen en diverse objecten. Het terras van het restaurant zag er geweldig uit. Jammer genoeg hebben wij weinig vis gezien.

De tweede dag hebben we 1 duik gemaakt in de Dankernsee. Een hele aardige plas met lichtblauw water en een leuk onderwaterpark. Opvallend is het goede zicht dat vaak het hele jaar constant blijft. Hier hebben we baars en heel veel paling gezien.

Tussen de duiken door werden we door Martijn verrast op een overheerlijke lunch!

De tweede duik hebben we gemaakt in de Spieksee. Dit is een vrij heldere plas met tot zes meter diepte een weelderige begroeiing. Tussen het groen spot je behalve jonge visjes ook grote roofvissen. Je kon langs de waterplanten ook grote karpers spotten. Deze hebben wij helaas niet gezien.

Peter en Ineke van B&B Aqua Love hebben ons heel gastvrij onthaald en het is zeker voor herhaling vatbaar om hier nog eens te logeren!

Martijn: heel erg bedankt voor het geweldige weekend wat jij hebt georganiseerd. We hebben genoten!!! Voor de foto’s moet je klikken op onderstaande link;

http://www.octopusdivers.nl/piwigo/index.php?/category/95

Vliegen na het duiken

VLIEGEN NA HET DUIKEN: EINDELIJK DE FEITEN (NIET SLECHTS THEORIE)

De studie van de data verzameld in de eerste researchcampagne van het DAN Europe’s Diving Safety Laboratory (DSL) “Flying after Diving” project is afgesloten. De resultaten zijn vrij verrassend, zo zelfs dat ze in aanmerking komen voor publicatie in Aviation Space and Environmental Medicine, een goed bekend staand wetenschappelijk tijdschrift.

Verschillende theorieën

We hebben gezien wat ervoor komt, wat er gebeurt tijdens en nu… Komt er een “wat gebeurt er erna.”  Op het gebied van post-duik vliegen markeert het DAN’s “Flying bubbles” project het onderscheid tussen theorie en feiten.

Voor dit project bestonden er uiteenlopende aanbevelingen over hoe lang we na een duik moesten wachten alvorens een vliegtuig te nemen om het risico van decompressieproblemen, veroorzaakt door de lagere cabinedruk, te vermijden. Maar dit was echter alleen maar gebaseerd op theorie: in het geval van DAN was de lengte van de wachtperiode vastgesteld door te kijken naar werkelijke situaties van decompressieongevallen, terwijl het in andere gevallen het gebaseerd was op de aanname dat “er tot nu toe niet veel problemen zijn geweest, dus laten we het blijven doen zoals we het nu doen.

Degenen die met de oude U.S. Navy tabellen hebben gewerkt, hebben waarschijnlijk nog wel vage herinneringen aan het feit dat je in groep “D”  moest zitten alvorens te gaan vliegen. Het was in sommige gevallen zelfs mogelijk om direct te gaan vliegen! Vervolgens werden er vaste intervallen aan toegevoegd (24 of 48 uur), afhankelijk van of de laatste duik een enkele of een herhalingsduik was en of hij binnen of buiten de grafiek viel. Zelfs onder beroepsduikers en militaire duikers varieert de wachttijd voor het aan boord gaan van een commerciële vlucht van 2 tot 24 uur.

In 1989, werd de eerste “Flying After Diving” workshop gehouden; georganiseerd door de Undersea and Hyperbaric Medical Society. De richtlijnen opgesteld tijdens de workshop, in overeenstemming met DAN, waren niet heel beperkend en werden toegepast voor het vergroten van de duikveiligheid. Maar veel van de eigenaren van duikcentra protesteerden en stelden dat een dergelijke toepassing de zaken van duikcentra op eilanden schade zou toebrengen.

Van 1992 tot 1999 heeft DAN experimenten uitgevoerd in het DUKE University Medical Centre F.G. Hall Laboratory en daarbij 500 mensen tijdens 800 vluchtsimulaties gevolgd. Het waren simulaties want deze “vluchten” vonden plaats in een hyperbare kamer. DAN heeft daarnaast ook het verband onderzocht  tussen het risico van decompressieongeval en het oppervlakte-interval voor vliegen in een “case controlled study”, een analyse of gebeurtenissen in het verleden waarbij zich al dan geen incidenten voordeden.

Maar op vele terreinen van de geneeskunde hebben laboratoriumstudies resultaten opgeleverd, en kunnen die nog steeds opleveren, die anders zijn dan de resultaten verkregen “in het veld”. Bovendien kunnen sommige fenomenen niet in het laboratorium nagebootst worden. Je kunt bewijs van deze discrepantie vinden in een artikel gepubliceerd door Alert Diver (Europese Editie, 3/2006) door Dr. R. Vann: “ Vliegen of het bereiken van grote hoogtes na herhalingsduiken in de loop van een aantal dagen kan niet het onderwerp van studie in een laboratorium (hyperbare kamer) zijn.”

Terugkomend van een researchtrip in 2011 in de Malediven kregen Dr. Danilo Cialoni en Massimo Pieri, beide betrokken bij onze researchafdeling (Diving Safety Laboratory) een fascinerend idee waarbij DAN Europe Research (in het bijzonder Prof. Alessandro Marroni en Prof. Costantino Balestra) zouden worden betrokken: een researchproject dat klonk als een uitdaging…. het maken van cardiale echo’s direct tijden een vlucht voorafgaand aan een duiktrip.

Cardiale echo tijdens een vlucht

Het uitvoeren van een dergelijke uitdaging was moeilijk, bijna onmogelijk, vooral om door de bureaucratie lint heen te komen. Hierbij waren twee DAN partners, Albatros Top Boat en Neos Air, fundamenteel.  Om een EMI (ElectroMagnetic Interference) certificering te verkrijgen, nodig om de echo tijdens een vlucht te gebruiken, moesten DAN Europe technici en onderzoekers een heleboel uren tijdens de nacht op Milaan Malpensa luchthaven doorbrengen. De uitdaging werd uiteindelijk overwonnen en voor de eerste keer konden we zien wat er zich werkelijk in het lichaam van een duiker voordoet tijdens een vlucht.

In alleen al de eerste onderzoeksweek in de Malediven werden er meer dan 4.000 dossiers aangelegd, wat uiteraard gevolgd is door een lange en accurate analyse.

De methodologie van cardiale echo monitoring bestaat uit vier controlefasen. De eerste vindt plaats tijdens de vertrekvlucht als de duiker in de laatste 48 uur nog geen duik heeft gemaakt. Deze eerste testen zijn bruikbaar om data te verkrijgen die nog niet beïnvloed zijn door hyperbare blootstelling en om vast te stellen waar in medisch jargon als het “echocardiografisch venster” naar verwezen wordt. Het vastleggen van een accurate meting van de cabinedruk iedere 15 minuten is mogelijk door gebruik te maken van de Dive System “iDive Pro” duikcomputer, een partner van DSL en DAN Europe.

In de tweede fase worden echocardiografische en andere testen na ieder duik uitgevoerd in de loop van een week tijdens een cruise. Weken van specifiek onderzoek gaan zo deel uitmaken van het reguliere ritme aan boord van het mooie “Duke of York” cruiseschip; niet zo heel anders dan een normale cruise naar de Malediven maar met een routine van wetenschappelijk belang: ieder keer als een duiker boven komt moet hij/zij naar de spa die voor de gelegenheid omgevormd is tot een “onderzoekskamer”en medisch zorgcentrum, en daar verschillende testen ondergaan.

Duikprofielen worden door de computer gecontroleerd en gedownload voor de volgende testen. Alle duiken worden binnen de nultijden gemaakt, het opstijgen gebeurt met de correcte snelheid en een veiligheidsstop van 3 minuten op ongeveer 5 meter diepte wordt altijd in acht genomen. Geen van de duikers heeft ooit decompressieongeval gehad.

De derde controlefase vindt plaats in de luchthaven waar cardiale echo’s van de duikers worden gemaakt, vlak voor het aan boord gaan van het vliegtuig na een 24 uurs oppervlakte-interval.

IN de laatste fase, tijdens de vlucht naar huis worden alle duikers gecontroleerd via cardiale echo en doppler op precies 30, 60 en 90 minuten nadat het vliegtuig de kruishoogte heeft bereikt.

Data analyse

Het researchproject  is in 2013 tijdens de EUBS (European Underwater and Baromedical Society) conferentie gepresenteerd en kreeg de Zetterström Prijs voor de beste wetenschappelijke posterpresentatie.

Sommige van de verzamelde data zijn gemakkelijk te begrijpen. Bijvoorbeeld dat er op de heenreis geen bellen aangetroffen werden bij geen enkele duiker die aan de studie deelgenmen had. Hoewel dit een vanzelfsprekend resultaat lijkt, was deze test nodig omdat dat het bewijs levert dat als er bellen in de duikers op de terugvlucht werden gevonden ze niet veroorzaakt waren door de vlucht zelf, maar door het gecombineerd effect van duiken en de daaropvolgende drukverlaging tijdens de vlucht.

Andere data die naar voren kwamen uit de studie waren onverwacht. Er werd bijvoorbeeld altijd geloofd dat een vlucht met een langere duur een groter risico oplevert vergeleken met een vlucht van middellange duur; het tegenovergestelde is echter waar. Dit is hoogstwaarschijnlijk vanwege de hoogte van de vliegtuigdruk, ongeveer 1500-1800 meter boven zeeniveau voor een reis naar de Malediven en 2400 meter boven zeeniveau (maximum toegestaan) voor trips naar bestemmingen dichterbij.

Het onderzoek van de duikers in de luchthaven voor de terugreis, waarbij geen bellen werden aangetoond, heeft ons de gelegenheid gegeven te berekenen dat een interval van 24 uur wachttijd voldoende is als men op zeeniveau blijft, zodat zich geen bellen kunnen vormen.

Het is duidelijk dat sommige duikers meer bellen ontwikkelen van anderen, zelfs voor degenen met een vergelijkbaar duikprofiel. De onderzoeken tijdens de cruiseweek maakten dat de deelnemers in drie categorieën verdeeld konden worden: degenen die geen bellen vormen, degenen die zo nu en dan bellen vormen en de “belgevoelige” duikers die na ieder duik bellen vormen. Om een consequente vergelijking te verkrijgen moesten de duikprofielen weinig invloed hebben op de rangschikking (het is duidelijk dat een zwaar profiel meer bellen kan vertonen dan een lichte).

De analyse tijdens de vlucht heeft laten zien dat de meerderheid van de duikers geen bellen tijdens de terugreis ontwikkelden met een interval na de laatste duik van 24 uur, maar dat de “belgevoelige” duikers dat wel deden. Het is daarom raadzaam dat mensen die in deze categorie vallen hun wachttijd voor een vlucht verlengen. Tijdens de week bleken twee mensen “super belgevoelig” te zijn en ze werden geadviseerd om de laatste duik niet te maken, waardoor hun wachttijd voor het vliegen 36 uur was. Het is significant dat geen van deze duiker bellen ontwikkelde tijdens de vlucht. Voor degenen die gemakkelijk bellen ontwikkelen is een wachttijd van meer dan 24 uur geschikt. Als alternatief suggereert DAN Research als preventieve maatregel normobare zuurstof te ademen.

Het hoogste niveau aan bellen werd gezien 30 minuten na het bereiken van de kruishoogte en werd daarna minder tijdens de 60 tot 90 minuten periode; in feite net zo als het gaat bij terugkeer naar het oppervlak na een duik. Aan de andere kant werkt drukverlaging net zo als de opstijging en geeft dezelfde effecten. Naarmate de tijd verstrijkt op die hoogte wordt de verzadiging van het lichaam steeds minder en worden de bellen kleiner. Er bestaat een andere mogelijke verklaring: de kleine belletjes zijn al in het bloed aanwezig, maar zijn zo klein dat ze niet gezien worden door een normaal echocardiogram. Het verlagen van de druk zou hun afmeting kunnen doen vergroten en ze daardoor zichtbaarder maken.

Wat zullen resultaten in de toekomst kunnen betekenen voor duikers? Zoals Prof. Alessandro Marroni zei: “We gaan zonder omwegen af naar een toekomst waar het individuele component van invloed kan zijn op het mathematische model, waardoor er grotere nadruk gelegd zal worden op de praktische toepassing van onderzoek op duikveiligheid. Tot op heden hebben we wiskunde toegepast met haar huidige algoritmes als we het lichaam bestudeerden, maar nu beginnen we op een nieuw, fascinerend pad dat ons gaat helpen om eenvoudige, fysiologische parameters in de wiskunde op te nemen waardoor die algoritmes beter aangepast worden aan ons organisme. De toekomst komt er aan en DAN Europe heeft besloten die met de hulp van duikers op de best mogelijke wijze tegemoet te treden; ze bewust te maken van huidige en toekomstige stappen voorwaarts.

Oceaan van de toekomst

Onderzoek wijst uit dat het aantal vissoorten in een sterk verzuurde oceaan enorm afneemt, waardoor uiteindelijk alleen kleine visjes die niemand wil eten, overblijven.

Wij mensen pompen nog altijd grote hoeveelheden CO2 in de atmosfeer. Een deel van dat CO2 wordt door de oceanen geabsorbeerd. Hierdoor daalt de pH-waarde van het water: de oceaan verzuurt.

Lab
Maar wat voor impact heeft dat op de vissen die in deze oceaan leven? In het verleden is daar al veel onderzoek naar gedaan. Vaak gebeurde dat in laboratoria waarbij men één vissoort onder de loep nam en keek wat er gebeurde als die vis in kunstmatig verzuurd water moest overleven. Die onderzoeken geven een goed beeld van de reactie van individuele soorten, maar onthullen niet hoe complete ecosystemen op een verzuurde oceaan reageren. Wetenschappers van de universiteit van Adelaide gooien het daarom nu over een andere boeg.

De pH-waarde van de oceanen wordt al heel lang door mensen beïnvloed. In de afgelopen eeuwen zouden de oceanen door onze uitstoot zo’n 30% zuurder zijn geworden. In dit onderzoek werd dus een door onderzeese CO2-bronnen nog sterker verzuurd deel van de oceaan vergeleken met een stukje oceaan dat door toedoen van onze uitstoot wel wat, maar lang niet zo erg, verzuurd is.

CO2
Ze togen naar een vulkanisch eiland dat omringd werd door CO2-bronnen’: spleten in de aardkorst waar CO2 uit ontsnapt. Door dit ontsnappende CO2 was de oceaan lokaal ongeveer net zo zuur als de oceanen wereldwijd naar verwachting tegen het jaar 2100 zullen zijn. De onderzoekers vergeleken de ecosystemen nabij deze CO2-bronnen met nabijgelegen ecosystemen met een ‘normale pH-waarde’ (zie kader). “Dit onderzoek werd uitgevoerd in ondiep water in ecosystemen met kelp (een wier, red.),” vertelt onderzoeker Ivan Nagelkerken.

Dominant
Uit het onderzoek blijkt dat in sterk verzuurd water één of twee kleinere, dominante vissoorten zich sterk vermenigvuldigen. En dat gaat ten koste van minder agressieve en minder veelvoorkomende soorten. Laatstgenoemde soorten verdwijnen uiteindelijk compleet. “Als we kijken naar het totale aantal vissen, zien we, wanneer de oceaan verzuurt, een toename, maar de lokale biodiversiteit gaat verloren,” stelt Nagelkerken. “Voedsel zoals kleine kreeftachtigen en slakken komt veelvuldiger voor en omdat de dominante soorten doorgaans alle gevechten met andere soorten winnen en zich sneller tot dat voedsel aangetrokken voelen, nemen hun aantallen toe.”

Ratten en kakkerlakken
Normaal gesproken worden die kleine ielige vissen onder de duim gehouden door roofdieren. Je moet dan denken aan vissen die een maatje groter zijn en zich voornamelijk ophouden tussen kelp. “Maar oceaanverzuring transformeert ecosystemen,” stelt Nagelkerken. Kelp verdwijnt. “Dus verliezen we het habitat dat deze middelgrote roofdieren beschermt en daardoor verdwijnen ook die soorten.” Het resultaat? De kleine, ielige visjes – “de mariene equivalent van ratten en kakkerlakken: er zijn er een hoop van, maar niemand wil ze eten” – trekken aan het langste eind en vermenigvuldigen zich ongecontroleerd.

Het onderzoek benadrukt maar weer eens hoe belangrijk het is dat we onze uitstoot beperken. Maar dat is niet de enige maatregel die we kunnen treffen. Het verlies aan biodiversiteit zou ook kunnen worden tegengaan door minder te vissen op de middelgrote vissen die de ‘mariene ratten’ op het menu hebben staan.

 

Geslaagden

In de afgelopen periode zijn de volgende Octopus divers geslaagd voor hun brevet

Onderwater Navigator:

  • Michael Muller
  • Yne Meindertsma
  • Merijn Meindertsma

Nachtduiker:

  • Michael Muller

Diver Level 2:

  • Jolina Empal

VAN HARTE GEFELICITEERD NAMENS STAFF EN ALLE OCTOPUS DIVERS 😉

 

Duikexpeditie Noordzee

DUIKEXPEDITIE VERKENT VERRE NEDERLANDSE NATUURGEBIEDEN EN WRAKKEN OP DE NOORDZEE

Stichting Duik De Noordzee Schoon vertrekt vanavond voor de 11de duikexpeditie op de Noordzee. Deze 10-daagse reis, Expeditie Noord, 200 zeemijlen van Nederland, staat in het teken van het ontdekken van mariene grensgebieden met andere landen die aan de Noordzee liggen en waar nooit eerder is gedoken. 30 zeer ervaren sportduikers verzamelen zoveel mogelijk biologische en archeologische gegevens op 20 locaties, verwijderen afval (met name spooknetten, lood, vishaken en kunstaas), fotograferen en filmen.

“Met deze expeditie willen wij de Noordzee, Nederlands grootste natuurgebied, onder de aandacht brengen van alle burgers”, expeditieleider Ben Stiefelhagen.

Het expeditieschip de Cdt. Fourcault vaart eerst naar de Bruine Bank waar een pilot wordt gestart met een fotogrammetrie scan; een methode om wrakken goed in beeld te krijgen. Vanaf daar vaart het team door naar biologisch interessante grenslocaties met Engeland, waaronder de Klaverbank, waar eerder grote bijzondere soorten werden waargenomen. Verder wordt gedoken op twee gezonken productieplatforms.

De volgende bestemming wordt het uiterste noordelijke puntje van Nederland boven de Doggersbank. Hier wordt gedoken op nog niet door duikers in beeld gebrachte locaties. Hier verwachten ze helder water (tot 25 meter) wat ten goede kan komen aan het foto- en filmmateriaal dat kan bijdragen de Noordzee in de harten van de mensen te sluiten, een belangrijke doelstelling van beide stichtingen. Ook hoopt het team hier bijzondere of nieuwe dier- en algensoorten waar te nemen. Na de Doggersbank bezoekt de expeditie de Gasfonteinen voor een diepe duik. Een gebied dat niet op de politieke agenda staat en waar nooit eerder is gedoken, maar waar na bodemonderzoek (vanaf een schip) een interessante biodiversiteit wordt verwacht. Het staat bekend als een lokaal rijker en productiever ecosysteem.

Vervolgens duikt het team op wrakken in het Friese Front en de Centrale Oestergronden. Eerdere duiken wezen uit dat de bodem hier zeer slibachtig kan zijn, wat betekent dat het bodemleven hier anders is dan in de andere gebieden.

Het duikteam hoopt met het duiken op onbekende plaatsen hoger in het noorden ook verder te komen met het zoeken naar de vermiste Hr. Ms. O 13, de laatste nog niet teruggevonden Nederlandse onderzeeboot. Sinds juni 1940 ligt het wrak ergens op de bodem van de Noordzee. Wat er precies met de O13 is gebeurd is nog steeds een mysterie.

“Stichting De Noordzee steunt deze waardevolle expeditie met hulp aan boord en communicatie naar het Nederlandse publiek. We vragen aandacht voor de schoonheid van onze Noordzee, die het beschermen meer dan waard is!” Floris van Hest, Directeur Stichting De Noordzee

Volg de website en Facebook van Stichting Duik De Noordzee Schoon en Stichting De Noordzee voor meer informatie.

Expeditie Noord 200 mijlen van de Nederlandse kust
Deze expeditie is een initiatief van Stichting Duik De Noordzee schoon in samenwerking met Stichting De Noordzee. Het expeditieteam bestaat uit marien biologen, amateurarcheologen, ecologen, fotografen, filmers en supportduikers. Het duikwerk kan alleen worden gedaan door zeer ervaren duikers gezien de lastige omstandigheden waarin het project moet worden uitgevoerd: 25 tot 45 meter diepte in koud, stromend water met wisselend zicht (2 tot 25 meter). Het team werkt nauw samen met onderzoeksbureaus, het bedrijfsleven, universiteiten en de overheid. Het is de 11de expeditie die de stichting organiseert. Stichting Duik De Noordzee Schoon wil het belang van kunstriffen in de Noordzee op de kaart zetten en degelijk beleid afdwingen. Wrakken en stenen fungeren als kraamkamers en schuilplaatsen voor veel dieren, er leven naar schatting ruim 500 verschillende diersoorten op deze harde substraten. Het zijn bovendien tijdscapsules van groot cultuurhistorisch belang. Sinds 2011 organiseerde de stichting al tien succesvolle expedities naar verschillende gebieden in de Noordzee.

Naast deze expeditie vindt er deze zomer nog een expeditie plaats om aandacht te vragen voor Noordzeenatuur, waarbij er gedeeltelijk samengewerkt wordt door Stichting De Noordzee, OCEANA (een internationale natuurbeschermingsorganisatie) en Stichting Duik De Noordzee Schoon.

 

Duikmagazine juli 2017

IN DEZE UITGAVE: 

Middellandse Zee special

  • Geliefd Griekenland – Kalamitsi
  • Mallorca – Isla Dragonera
  • Krk Kroatië – Perfecte mix
  • Biologie: vissengids Middellandse Zee
  • Fotografie – Manta Madness
  • Walvishaaien – Mysterieuze iconen
  • Noordzeewrakken – Poppetjeswrak
  • Zeeland – Katshaven-Noord
  • Duikmaskers – 8x getest
  • Actueel – koraal Curaçao
  • Australië – Home of the seadragon
  • Vermist – Wrakken Javazee
  • Column – Bangka island

Dat, en nog veel meer in het julinummer! De koffie staat klaar… 😀

Duikmagazine juni 2017

IN DEZE UITGAVE: 

10 Topspots voor critters

  • Oostenrijk – Drie keer zoetwateravontuur
  • Fotoschool – Meters maken voor sepia’s
  • Christmas Island – Vandaag is rood
  • Zuid_Korea – De zeemeerminnen van Jeju
  • Medisch – Gevaarlijke zeedieren
  • Puerto Rico – Twee kanten van de medaille
  • Zeeland – Wissenkerke
  • Van fouten leren – Afgedreven in slecht weer
  • Getest – SeaLife DC2000
  • Actueel – Taggen van zeedieren
  • Productinfo – Mares XR Extended range
  • Column – Noordzeeduiken voor beginners

Dat, en nog veel meer in het juninummer!

Campingweekend

Het campingweekend op Tynaarlo was weer een hele happening! Er zijn diverse opleidingen gestart en er zijn opleidingen afgemaakt. Ook heeft Robert Mahabier een introductieduik gehad en er ging een wereld voor hem open 😉 …….

2 caravans, 2 tentjes en een villa (dankzij Sandra) vol! Het weer was goed en de BBQ lekker.

Bedankt voor alle gezelligheid Willem Jan, Hillanda, Buster, Martijn, Michael, Hendrika, Jenny, René, Thierry, Jeanette, Robert, Sandra, Ronald, Jantina, Jolanda, Anna, Yne, Merijn, Ido, Hanneke, Wilfred, Remco, Rimmer, Henrica, Bert, Laura, Robert, Romaro, Lena, Roelien, Kornelis, Ed en Betty.
Kijk voor de foto’s op:

http://www.octopusdivers.nl/piwigo/index.php?/category/94